In therapie: het aanbod
De therapeutische werkrelatie
Binnen praktijk Veerkracht wordt veel aandacht besteedt aan het bevorderen en faciliteren van je innerlijke zelfwaarneming en zelfreflectie. Binnen het therapiegesprek wordt je uitgenodigd om ook actief zelf in te brengen waar je graag aandacht voor wil hebben, en waar je aan toe bent om van jezelf aan te kijken. Je zal worden aangemoedigd om stil te staan bij lichamelijke sensaties en gedachten, om gevoelens en emoties toe te staan en deze vervolgens te leren verwoorden. Vandaar uit worden gevoelens, emoties, spanningen en gedachten onderzocht op oorzaak en gevolgverbanden in je levensbiografie.
Grondhouding van de therapeut
De therapeut biedt je haar compassie, acceptatie, belangstelling en inlevingsvermogen. De therapeut bekritiseert niet, maar luistert aandachtig en verheldert wat er gezegd wordt. De therapeut kan wat er gezegd wordt in een bredere context plaatsen en er uitleg over geven, zodat klachten of problemen anders belicht worden, waardoor je meer inzicht in jezelf leert opbouwen. Het doel is om vaardiger te worden om in contact te komen met je eigen ervaringen en deze te verwerken. Dit zorgt ervoor dat je verantwoordelijkheid leert nemen over je emotionele welzijn, je verlangens in het leven en je eigen interactie binnen sociale situaties en in gehechte relaties.
​
"Van oorsprong ben ik beeldend therapeut en dat geeft alle basis vanuit waar ik werk. Onderstaande therapiestromingen worden in de behandeling geïntegreerd. Ik heb daarmee een eclectische werkstijl."
Psycho - educatie
Bij deze manier van werken ligt de nadruk op kennisverwerving. Bijvoorbeeld over welke emoties er allemaal zijn en hoe deze je bewust of onbewust kunnen aansturen en dus je gedachten en gedrag kunnen beïnvloeden. Over hoe traumadynamiek bij een mens inwerkt, en wat oorzakelijke verbanden kunnen zijn, hoe symptomen er uit kunnen zien en hoe de gevolgen van onverwerkt trauma verder kunnen werken. Ook wordt er inzicht gegeven over wat je van traumabehandeling wel en niet kunt verwachten. Daarbij is psycho-educatie naast het geven van inzicht ook gericht op het opbouwen van vaardigheden. Dit zorgt ervoor dat je psychische en sociale situaties beter kunt leren begrijpen en je je gedrag daarop kunt aanpassen, zodat je beter met sociale interacties leert omgaan. Bouwstenen zoals acceptatie van de actuele situatie, het vinden van een positief zelfbeeld om naar de actuele situatie te kijken, en het vinden van ankerpunten en woorden voor wat je meemaakt geeft houvast om een effectief verwerkingsproces te kunnen starten.
Trauma-opstellingen
Er wordt veel via deze traumaverwerkingsmethode gewerkt binnen Praktijk Veerkracht. Trauma opstellingen kent zijn basis in het familie opstellingen werk. In deze manier van werken brengen we de innerlijke belevingswereld (delen van de persoonlijkheid, emoties, verlangens etc) naar buiten door informatievelden te maken met bodem ankers om te onderzoeken. Op een gedoseerde wijze bouw je contact op met deze deelaspecten van jezelf.
Een opstelling kan op verschillende wijze worden opgebouwd. De meeste cliënten vinden het prettig om de eigen innerlijke deelaspecten van de persoonlijkheid door middel van roze (vrouwelijk aspecten) en blauwe (mannelijke aspecten) gastendoeken neer te leggen. De doekjes hebben een richtingaanwijzer, zodat duidelijk wordt wie naar wie kijkt of wegkijkt. Door er op te gaan staan komt er informatie vrij. Cliënten ervaren dan opkomende bewegingen, gedachten, emoties, (herinnering)beelden, gevoelens etc die iets vertellen over hem of haarzelf binnen de context van de opstellingsvraag. Door deze werkwijze kunnen (vergeten/ verdrongen) ervaringen en patronen van de cliënt zichtbaar worden en of opnieuw en meer volledig, veilig en contextgebonden, in het bewustzijn (terug-)komen.
Samen met de therapeut wordt hier op gereflecteerd en gekeken naar oorzaak- en gevolgverbanden in de levensbiografie/levensfeiten van de cliënt. Er wordt in de basis met drie aspecten van de persoonlijkheid gewerkt die de traumadynamiek markeren: het gezonde deel, het bescherm of overlevingsdeel en het traumadeel. Ieder deel heeft eigen kenmerken en zijn eigen functie in het geheel dat zich met elkaar verhoud.
​
De focus van een opstelling wordt, met hulp van de therapeut, door jou verwoord en opgeschreven. Je leert nadenken over waar het precies in jou knelt en waar je vandaag specifiek de aandacht voor wilt krijgen. We spreken dan samen af wat de focus is van de therapiesessie. Dit zorgt ervoor dat jij emotioneel er aan toe bent om die stap te kunnen zetten. De verkregen inzichten en gevoelservaringen kunnen zodoende in jou geïntegreerd raken, waardoor gewenste (gedrags)veranderingen een natuurlijk verloop krijgen als gevolg van het innerlijke proces.
Een tiener legde het eens als volgt uit: 'Eigenlijk bedoel je dat ik een 'google-search' doe. Die geeft een x aantal hits en ik kan kiezen op welke ik klik. Ik hoef er niet langer op te gaan staan dan ik wil. Ik kan weglopen en daarmee stop ik, want als ik op de informatie klik ben ik bang dat het mij teveel kan worden en ik overweldigd raak.'
Die zelfbeschikking en sturingsrecht om de pagina te sluiten (en het therapieproces te doseren) is net zo belangrijk als de pagina openen (de confrontatie met jezelf aangaan).
​
Systeemtherapie
​
Dit is manier van werken dat minder gericht is op de intra-psychische dynamiek maar contextgericht kijkt. De problematiek van waar jij tegen aan loopt wordt in samenhang bekeken met het systeem, de leefwereld en de verschillende leefgebieden, waar jij deel van uitmaakt. Je kunt denken aan het gezin van herkomst, je liefdesrelatie, je eigen opgebouwde gezin, je familie, je maatschappelijke positie, (werk/school- en religieuze) cultuur. Er wordt gekeken welke ingeslepen patronen en beïnvloeding er uitgaat van de verschillende systemen waar jij mee in contact staat, en hoe dit zich vertaalt naar de hulpvraag en de ontwikkelingskansen van jou als mens.
Somatic experience
Dit is manier van werken dat zich richt op de reacties van het lichaam op een stressvolle, overweldigende (traumatiserende) ervaring. Alle spanningen, die bedoeld waren voor een juiste overlevingsimpuls van vechten of vluchten, om het gevaar af te wenden, moeten na de gebeurtenis ontladen worden. Ook kan een traumatische situatie zoveel angst oproepen, waarin je niet hebt kunnen vluchten, waardoor er een 'verlammende onbeweeglijkheid' ontstond. Dit noemen we bevriezen. Als al deze spanningen na de ingrijpende situatie niet ontladen kunnen worden dan blijft deze energie in het zenuwstelsel gefixeerd/ gevangen zitten. Dit geeft schade aan ons lichaam en psyche. Dit kan zich uiten in psychosomatische klachten zoals vermoeidheid, maar kan ook leiden tot bijvoorbeeld chronische stress, hyperactiviteit of juist depressie. Somatic experience is er op gericht om op zorgvuldige wijze, zonder herbeleven van het trauma, het lichaam te helpen om de bevroren spanningen stukje bij beetje los te laten. Dit gebeurt door de beweging die er 'toen' niet kon zijn alsnog af te maken. Door de ontlading van de spanningen kan het lichaam weer terugkeren naar een ontspannen staat van welbevinden.
Mentaliseren bevorderen
Mentaliseren betekent dat je lichaamssensaties betekenis hebt leren geven en gevoelens kan herkennen en benoemen. Zowel wat je van binnen voelt als wat je bij de ander waarneemt. Het betekent dat je bij gedrag, gevoelens en gedachten kunt stilstaan. Dat jij je beseft dat gedrag voortkomt uit gevoelens en gedachten en dat je hier over kunt nadenken. Vaak worden deze gevoelens en gedachten niet naar elkaar uitgesproken en vullen we ze voor elkaar in. Als we onvoldoende kunnen mentaliseren dan kunnen emoties gaan overheersen en heb je geen helder onderscheid meer tussen je eigen binnenwereld en de buitenwereld. Je wordt dan overspoeld door gevoelens en je kunt niet meer helder nadenken. De angst die je van binnen voelt lijkt dan ook daadwerkelijk in de buitenwereld te bestaan. Onvoldoende mentaliseren kan ook leiden tot de afwezigheid van emoties. Je vertelt dan over een (nare) situatie en denkt erbij na, maar voelt er helemaal niets bij.
Het leren mentaliseren start bij de geboorte als de verzorger, meestal de moeder, woorden geeft aan wat de baby toont. De moeder geeft in woord en gebaar aan wat zij bij haar baby waarneemt. Ze spiegelt de baby zodat hij een helder innerlijk besef leert opbouwen. Bijvoorbeeld: 'Je hebt het koud, mama dekt je extra toe. Je hebt zo'n honger, mama heeft al een flesje. Ben je zo geschrokken van de deurbel, kom maar lekker hier (knuffel).' Door de herhaling leert de baby woorden koppelen aan gevoelens en ervaart de baby dat er in zijn behoefte voldaan wordt. Hierdoor bouwt de baby een gevoel van veiligheid en geborgenheid in zichzelf op. Belangrijk is dat de moeder de emotie bij de baby niet overneemt, en zelf met een kalm brein blijft functioneren. Niet-mentaliseren is als de moeder haar rust verliest en gaat schreeuwen tegen de baby. De baby ervaart dan geen veiligheid meer om aandacht te vragen voor zijn ongenoegens en spanningen. De baby koppelt het schreeuwen van de moeder aan zijn vraag om aandacht, en gaat dit vermijden om te kunnen overleven. Hij heeft de zorg en de hechting van de moeder nodig om in leven te kunnen blijven. Hierdoor blijft de baby met spanningen zitten die niet gereguleerd raken, en leert hij het niet om weer terug te kunnen keren naar een ontspannen gevoel van welbevinden. Meestal is hier dan sprake van een ambivalente of onveilige hechting.
Een andere vorm van niet-mentaliseren is als de moeder niet aansluit bij de behoefte van de baby. Bijvoorbeeld als ze de fles geeft, terwijl de baby ongenoegens uit omdat hij het koud heeft. Of als de moeder blijft troosten, terwijl ze het mist dat de baby ongenoegens heeft over een vervelend zittende luier. Als dit vaak gebeurd leert de baby geen goede betekenis geven aan de eigen binnenwereld. Een andere vorm van niet-mentaliseren is als je het gevoel van het jonge kind overneemt en ook bang wordt van de draak in de kast. Het kind leert dan dat er inderdaad een reden is om bang te zijn, en blijft bang. Mentaliseren is om het kind te laten zien dat er geen reële angst is: dat er geen draak is, of 'de draak' weg te jagen. Dan pas leert het kind dat het niet bang hoeft te zijn en hoe hij zijn angst kan verdrijven.
​
Het opgroeiende kind leert in de verschillende ontwikkelingsfases over steeds complexere emoties te mentaliseren. Bijvoorbeeld als opvoeders ook hun eigen emoties betrekken en verwoorden in de interactie met het kind, waardoor het kind leert dat zijn gedrag ook een effect op de ander kan hebben.
Mentaliseren betekent dat je een onderzoekende houding aan kan nemen met het besef dat de invulling die je doet ook verkeerd geinterpreteerd kan zijn. Binnen de behandeling leer je stilstaan bij je eigen gevoelens en gedachten. Je leert nieuwsgierigheid opbouwen om deze van jezelf, en ook bij een ander, te onderzoeken door vragen te stellen en niet direct conclusies te trekken. Je bouwt een open waarneming op, en er ontstaat meer innerlijke ruimte om te zien dat anderen andere gevoelens en gedachten kunnen hebben. Dit leidt tot meer begrip van jezelf en de ander. Dit verbetert de communicatie.
EMDR (storytelling) en imaginaire (denkbeeldige) rescripting
Een geprotocolleerde manier van werken; door specifieke stappen wordt er een versnelde informatieverwerking op gang gebracht, dat spanningsreductie kan brengen bij akelige herinneringsbeelden, belemmerende gedachten en overprikkelende gevoelens. Er wordt gewerkt met het oproepen van innerlijke (herinnerings-) beelden. Er kan ook gebruik gemaakt worden van storytelling of een tekenbeeld bij vroegkinderlijk trauma.
​
Cognitieve gedragstherapie
​
Deze manier van werken is gericht op het opsporen van irrationele, zelfdestructieve innerlijke overtuigingen of niet helpende- gedachten die jouw gevoel en gedrag sturen. Op het moment dat jouw vermogens uitgebreid worden om de inhoud van de gedachten te veranderden, kunnen er ook andere gevoelens ontstaan en je gedrag veranderen.
Kunstzinnige therapie is gericht op contact maken met de eigen binnenwereld. Naast het gesprek is het ook een ervaringsgerichte therapievorm dat van oorsprong medisch georiënteerd is. Omdat woorden niet altijd gevonden worden bieden kunstzinnige werkvormen mogelijkheden aan om je verhaal anders te vertellen. Er wordt een innerlijk proces in beweging gebracht dat harmoniserend en inzichtgevend kan werken. Het kunstzinnig werken gaat minder om het eindresultaat en meer om het proces. Specifieke materialen, kleuren, metaforen, verhalen etc. worden ingezet om jou te ondersteunen bij je lichamelijk en of emotioneel genezingsproces. Zodat er meer evenwicht kan komen tussen voelen, denken en handelen.
​
In het kunstzinnig werken spreekt bijvoorbeeld schilderen meer het gevoelsleven aan. Kleuren kunnen helpen om emoties de ruimte te geven om zich uit te drukken. Ook werken kleuren bij specifieke inzet heilzaam en voedend terug naar binnen. Tekenen werkt structurerend. Het versterkt het objectieve waarnemingsvermogen en geeft houvast en helderheid. Boetseren spreekt de wil aan. Het vormen en hervormen van de klei geeft daadkracht.
Naast het kunstzinnig werken kan er gewerkt worden met de biografische levenslijn. Dit kan helpen om orde en houvast te vinden bij de eigen levensfeiten en geven kansen om bijvoorbeeld oorzaak- en gevolgverbanden in de eigen persoonlijkheidsopbouw te ontdekken. Dit kan op veel levensgebieden een positieve uitwerking hebben.