top of page

Complexe posttraumatische stress-stoornis

Als iemand maanden of zelfs jarenlang blijft lijden onder de complexe symptomen van onverwerkt trauma

Als iemand die getraumatiseerd is maanden of zelfs jarenlang blijft lijden onder de complexe symptomen van onverwerkt, met name type 2, trauma dan heeft dit een diepe inwerking op de persoonlijkheid. De symptomen zijn zeer uiteenlopend. De ene mens heeft jarenlang alleen lichamelijke klachten en krijgt pas na dertig jaar herbelevingen en angsten, de ander houdt nachtmerries en een verstoord slaappatroon, maar kan wel gewoon werken. Een derde komt terecht in een sociaal isolement en raakt verslaafd aan alcohol of drugs. 

Symptomen van complexe PTSS kunnen zijn:

  1. Hoog gespannenheid.

  2. Waakzaamheid.

  3. Allerlei soorten van herbelevingen.

  4. Sterk vermijdend gedrag van (alledaagse) situaties die gevoelens van angst en kwetsbaarheid kunnen oproepen.

  5. Lichamelijke klachten.

  6. Emotionele verdoving en verlies van initiatief.

  7. Problemen met het uiten van gevoelens en de regulatie van gevoelens.

  8. Suïcidaal gedrag of het opzoeken van het noodlot.

  9. Schaamte en schuldgevoelens.

  10. Verlies van autonomie (je oorspronkelijkheid wat betreft je eigenheid en karakter en de verbinding met je eigen oorspronkelijke gevoelens).

  11. Een niet-realistische perceptie van de dader.

  12. Verlies van verbondenheid. 

  13. Verandering in het zingevingssysteem.

  14. Veranderingen in de persoonlijkheid.

  15. Ondermijnen van de persoonlijkheid na type 2 trauma.

  16. Dissociatieve klachten, concentratie- en geheugenproblemen. 

Diagnose PTSS

De symptomen kunnen ook bij andere ziektebeelden horen, daarom kan de diagnose complexe PTSS alleen door een diagnosticus (zoals psychiater of klinisch psycholoog) gemaakt worden. Mensen die lijden aan een complexe PTSS hebben specialistsiche zorg nodig om aan herstel te kunnen werken, zodat het leven voor hen draaglijker kan worden.

Complexe PTSS en borderline 

Verwarring over de diagnose

Sommige cliënten geven in therapie aan dat ze in de war zijn over hun diagnose. Ze begrijpen bijvoorbeeld niet waarom ze wel of geen complex PTSS en of borderline persoonlijkheidsstoornis gediagnostiseerd krijgen. De ene hulpverlener meent dat ze een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben en de psychiater zegt van niet. Ik leg de volgende punten aan cliënten uit om het te kunnen begrijpen:

  • Soms zien hulpverleners op de behandelgroep of in ambulate behandelprogramma's kenmerken van een bordeline persoonlijkheidsstoornis, maar weten ze niet dat een cliënt aan vijf of meer van de negen omschreven kenmerken van een borderline persoonlijkheidsstoornis moet voldoen om deze officieel gediagnostiseerd te krijgen.

  • Het gedrag van een cliënt die lijdt aan complexe PTSS kan lijken op het persoonlijkheidsbeeld dat je ziet bij een borderline persoonlijkheidsstoornis. Er is sprake van een overlap van kenmerken tussen beide stoornissen. De basis ligt in het moeilijk kunnen reguleren van de emoties. Er zijn voorstanders om een bordeline persoonlijkheidsstoornis emotieregulatiestoornis te noemen. Dit zou patiënten mogelijk meer recht doen.

  • Het kan ook gebeuren dat hulpverleners onvoldoende kennis hebben over de effecten van traumatisering op de gehele persoonlijkheidsontwikkeling, waardoor het gedrag van een cliënt niet goed begerepen wordt en er niet gedacht wordt aan (complexe) PTSS.

  • Ook kan een niet onderkend trauma in de vroege jeugd van de cliënt, in het bijzonder traumatisering in de allervroegste hechting, zoals emotionele verwaarlozing en of emotioneel geweld, er voor zorgen dat de diagnose complexe PTSS over het hoofd wordt gezien.  

  • Ook gebeurt het dat binnen bepaalde Universitaires studie's nog altijd gemeent wordt dat PTSS alleen voorkomt bij veteranen en sluiten ze breedgedragen onderzoeksresultaten die anders bewijzen uit.

  • Helaas is het ook zo dat PTSS over het hoofd gezien of uitgesloten wordt als juiste diagnose omdat zorgverzekeraars de diagnose niet erkennen en of niet overgaan tot vergoeding van de behandeling.

Bronvermelding: Annejet Rümke, Verkenningen in de psychiatrie.

bottom of page